Spanjevoorjaar.reismee.nl

In Frankrijk

1. Automatisch versnellen, vertragen en heet worden. Door Albert.

Op weg van Spanje naar Frankrijk, naar de Bielsatunnel, een lange stijging van slechts 10%, trok mijn wagen het niet meer. Ik had al vaker grotere stijgingen tot 15 % gehad in mijn drive met caravan en geen problemen. Nu echter bleek dat hoe meer gas ik gaf des te langzamer ik de berg op ging met niet meer dan 2000 toeren en 40 km per uur, plankgas, tevens steeg de temperatuur tot in het rood met de geur van verbrande kleppen. Dat is niet goed zei ik tegen Corrie; maar een mogelijkheid van stoppen was er niet. Eindelijk (de snelheid was er helemaal uit) stonden we voor het rode licht van de Bielsatunnel. Stoppen en motor laten draaien om de temperatuur te laten zakken. Ook in de wagen was het smoorheet geworden, de airco was ermee gestopt. Dan vertelt Corrie mij, tot overmaat van ramp, dat we nog een grotere stijging krijgen. Maar dat bleek later een grotere daling te zijn. We bereikten de camping. De airco doet het nog steeds niet. Ik vroeg me af wat er aan de hand is of wat ik fout doe. Ik sprak met diverse mensen en keek op internet.

ANWB op het internet: Bij een automaat moet je in dezelfde versnelling omhoog als omlaag. Ik dacht ja dat is het dus: gewoon handmatig de berg op en af. Weer wat geleerd. Ik deelde dit inzicht met andere kampeerders. Nee joh… die automaat moet het zelf doen. Alleen schakelen bergafwaarts. Dus zoals ik altijd al deed. Dus ik mail mijn dealer. Er is niets aan de hand. De motor was gewoon overbelast en dan gebeurt dat. Moet ik dan niet handmatig schakelen vroeg ik. Nee hoor hoeft niet, maar mag wel. Dus ik ga maar verder zonder airco en schakel als het toerental te laag blijft. Goede raad is altijd welkom.

2. In Frankrijk en een plezierige ontmoeting, door Corrie:

Het is 23 mei en we zijn alweer ruim een week in Frankrijk. Eerst hebben we vier dagen op camping Pre Fixe in Cassagnabere gestaan, sinds maandag zijn we op camping Camp Redon bij Cordes sur Ciel in de Tarn regio.

Wel eens een bijzondere ontmoeting gehad? Wij wel.

Op een van de eerste campings van deze reis, in maart dus, ontmoetten we een aardig stel uit Hengelo. Ze hebben dezelfde caravan als wij. We babbelden ruim een uur met elkaar waarna zij ons vertelden dat zij diezelfde middag verder zouden reizen. Dat was jammer maar ik gaf hen het adres van camping ChellaNatura in Spanje (van Loes) mee omdat we het idee hadden dat zij dit ook een prettige camping zouden vinden. Meestal zie je elkaar niet meer, hoe goed het ook klikt, maar dat was nu anders. Ze kwamen naar ChellaNatura en zijn een week gebleven. We wisselden reiservaringen uit en spraken diepgaand met elkaar over levensbeschouwelijke zaken, gesprekken waar ik dringend behoefte aan had en waarin gekregen en gegeven wordt.

Op donderdag 14 mei arriveren we in de middag op camping Pre Fixe, we lopen rond om een standplaats te zoeken en opeens hoor ik "Kijk nou toch, Albert en Corrie". Daar waren onze Nederlandse vrienden. Het is nooit eerder voorgekomen dat we mensen meerdere keren tijdens een reis ontmoeten en nu DRIE KEER! Het gaf mij een onuitsprekelijk vreugdevol gevoel, ik kon het haast niet bevatten. Zij zouden de volgende ochtend vroeg vertrekken en daarom aten we ’s avonds gezamenlijk in het restaurant van de camping. Het eten was heerlijk, canard de confis met groenten, kaasplankje met romige, zachte stukjes kaas en een huisgemaakte crème brulee, van alles zoveel dat ik goed gevoed maar niet overbeladen werd. Door de tafelgesprekken heb ik wat te weinig aandacht aan het eten gegeven maar aandacht aan onze Hengelose mede-kampeerders vond ik belangrijker.

Op maandag 18 mei vertrokken we naar Cordes sur Ciel. Het weer was die dag helder en zonnig waardoor we de besneeuwde toppen van de Pyreneeën zagen. Zo mooi, ik bleef kijken, moest mezelf wegscheuren van het uitzicht. En daar ga je dan weer, op naar een andere camping, en andere omgeving. Zou het wat zijn? Druk? Vriendelijk? Groen? Kaal?

Ik had weer een goede keus gemaakt. Camping Camp Redon is heel groen met goed onderhouden struiken en bomen, plaatsen met veel privacy, niet alleen met struiken beplant maar ook met bomen waartussendoor ik uitzicht heb op de golvende, groene graanvelden met het rood van plukjes klaprozen.Hoog in een boomis een nest met uilskuikens, we hebben mooie foto’s gemaakt van deze jonge uilen en van hun moeder. Vannacht zijn ze uitgevlogen.

De omgeving is interessant, er zijn diverse oude dorpen en er zijn mooie wandelingen te maken maar helaas heeft Albert na de wandeling van gisteren weer last van hielspoor. Het ziet er dus naar uit dat we wat meer autotochtjes gaan maken. Het dorp Cordes sur Ciel en het stadje Albi zijn oud en mooi, maar erg toeristisch. We gaan liever naar oude dorpen die rustig zijn en waar de dorpsbakker goed brood en heerlijke pain au raisins en chocolatines bakt. Er zijn meerdere van deze dorpen in de omgeving.

3. De maaltijd (met kampeer vrienden op camping Pre Fixe), door Albert.

In een grote zo goed als lege ruimte met een temperatuur van ca 16 graden (gevoelstemperatuur ca 10 graden) zaten we aan een tafel met vakantie kennissen. Vanwege de kou stelde ik voor dat de dames onder de straalkachel, die op een hoge standaard stond, gingen zitten.

Een Frans diner zonder wijn is tegen alle tafelmanieren. Dus kozen we (tot groot ongenoegen van de eigenaresse) de goedkoopste en bovendien nog de witte wijn, waar we de hele maaltijd mee deden. De eigenaars zijn wijnkenners en hun smaak moest kennelijk de onze zijn. Een dure wijn is volgens hen nu eenmaal lekkerder dan de goedkope. Bij elke gang een ander glas door haar geadviseerd. Ik vroeg nog naar huiswijn. Maar daar gruwde ze van. Ik geniet van Don Simon, een heerlijkse Spaanse wijn voor ca € 1.00 per liter. Die wordt verkocht in een pak.

Het hoofdgerecht was canard de confis. Met courgette met paprika (iets te gaar) maar smaken verschillen. De eend was voortreffelijk. Ik voelde feilloos aan dat ik hier niet om friet kon vragen. Die had de maaltijd meer in balans gebracht.

Het tussengerecht was een bord met ca 7 kaasafsnijdsels ter grootte van wat een gierige kaasverkoper op de markt aanbiedt. Verschillende kaassoorten die klokwijs moesten worden opgegeten. Ik voelde de weerstand al. Als ik fors moet betalen voor wat kaasafsnijdsels dan wil ik graag de volgorde van proeven bepalen. Nee het moest klokwijs gebeuren. De kaasjes waren volvet gesorteerd van erg flauw naar minder flauw (de blauwe kaas). Ik ben gek op goede blauwe kaas juist vanwege de zoutige smaak. Die ontbrak.

Voor het nagerecht koos ik voor het triootje. Waarom weet ik niet. Maar de keus op gevoel bleek uitstekend, behalve dan het erg zoete en gortdroge cakeje.

Uit eten doe je voor de ervaring. Thuis eet je omdat het lekker is.

Dankzij de plezierige gesprekken met fijne kennissen werd het een onvergetelijke maaltijd. Ik heb ervan genoten.

Een weekend met vrienden en verder gereisd naar de Pyreneeen.

Weekend met Spaanse vrienden.

1 mei is een vakantiedag in Spanje en onze Madrileense vrienden Mari-Carmen en Angel kwamen een lang weekend naar de camping in Riaza. Het werd een heel gezellige tijd. We maakten een wandeling naar een waterval, bezochten het oude stadje Pedraza, toerden naar en door een nationaal park en vonden ook nog een paar geocaches. ’s Avonds leerden we hen kwartetten. Wij hadden van aardige mede-kampeerders een kwartetspel ‘Spaans leren’ gekregen, een spel waarmee we spelenderwijs onze Spaanse woordenschat kunnen uitbreiden. Ze hadden snel door hoe het spel werkt. Mari-Carmen corrigeerde onze uitspraak, corrigeerde zelfs enkele zinnetjes op de kaarten en won het spel met glans. Het is een plezierig stel en we zijn blij ze weer ontmoet te hebben. Ze stelden voor om een streekdelicatesse te eten, niet in een restaurant maar op de camping. De bereiding ervan konden we uitbesteden, Mari-Carmen wist precies hoe je dat moest doen. Hieronder onze indrukken van dit gebeuren.

Verhaal van Corrie:

Speenvarken (Cochinillo).

Speenvarken is een delicatesse in de streek van Segovia. Ook de restaurants in Riaza laten duidelijk zien dat zij speenvarken op het menu hebben staan: voor de ramen hangen grote foto’s met een bruin gebraden speenvarken met kop met oogjes en met pootjes. Ach, dacht ik, dat is een foto, het beestje zal wel in lapjes en karbonaadjes worden opgediend.

Wat ben ik toch naief. Albert en ik waren niet van plan speenvarken te gaan eten, maar onze Madrileense vrienden stelden voor om op zondag, jawel, speenvarken te eten. Ook voor hen is dat een speciaal gerecht. Op zaterdag bestelde Mari-Carmen bij de slager in Riaza een speenvarken welke wij op zondag gingen halen. Tot mijn verbijstering waren het geen lapjes of boutjes maar was het een heel gevild beestje met kop en pootjes. Ik vluchtte de winkel uit, liet de verdere afhandeling aan de anderen over en liep naar de groenteboer om de hoek voor een krop sla en wat tomaten, maar de groenteboer was gesloten. Het varkentje werd naar de bakker gebracht die het in zijn oven zette om te braden. Na een uur of twee haalden Angel, Albert en Mari-Carmen het beestje op dat nu een mooi bruin en knapperig korstje had, precies als op de reclameposters van de restaurants.

Omdat ik nog steeds moeite had naar de kop te kijken, kreeg ik het mooiste stukje vlees van elders van het beestje en aten Angel en Mari-Carmen van de kop waar veel vlees aan bleek te zitten. En eerlijk gezegd, het vlees was zacht en heel smakelijk zonder dat er enige kruiderij aan was toegevoegd. Men eet dit met brood en niets anders. Ik vond het een Spaans culinair avontuur.

?

Verhaal van Albert over de zondagslunch:

We zijn weer in Riaza aangekomen. We kenden de camping en de omgeving van vorige bezoeken. Ditmaal zijn we er om onze Spaanse vrienden Mari-Carmen en Angel te ontmoeten. We zijn een week voor de ontmoeting aangekomen en bezoeken het dorp. Weer zien we de restaurants waar speenvarkentjes gebraden zijn afgebeeld. We vinden dit maar niets, zulke jonge dieren eet je niet. Vorige vakantie zagen we deze speelse en intelligente jonge dieren bij een varkensfokkerij buiten spelen. Heel vertederend was dat.

Met onze vrienden hadden we een uiterst plezierige tijd. Mooie wandelingen en gezamenlijk koken. Ze stelden voor de laatste middag gezamenlijk cochinillo (speenvarken) te eten, een plaatselijk zeer gewild gerecht. O dachten wij, dat is even slikken. In feite eet ik alles wat niet meer beweegt op het bord. Vorig jaar zelfs slakken. Wat is nu eigenlijk mijn probleem met een jong varkentje. Rationeel is er niets tegen. Laten leven is geen optie want dat wordt vechten. Evenals haantjes en stieren. Mannetjes moeten nu eenmaal dood. Dus ging ik met een dubbel gevoel overstag. Samen met Mari-Carmen en Angel naar de slager en daar lag dat varkentje dan dood op een tafel. Ik zal die blik in zijn ogen nooit vergeten. Waarom ik? Maar ja, de teerling is geworpen en ik draag het beestje liefdevol naar de bakker die het voor ons in de broodoven zal bakken. Mari-Carmen gaf het diertje nog een afscheidskusje voor het de oven in ging. Corrie gruwde van het gebeuren maar ze hield zich flink. Ik grapte en lachte mijn gevoelens weg. Een aantal uren later gingen we onze maaltijd afhalen. Ik had een grote plastic bak meegenomen voor het vervoer. Tja, gebraden ziet het er toch anders uit maar die kop, de oortjes en de oogjes dat geeft je toch het gevoel van wat moet ik daarmee. Onze vrienden begrepen onze gevoelens en verdeelden het vlees, zij de kop en wij de pootjes. Er zit verrassend veel vlees aan zo’n beest. En het smaakt voortreffelijk, we aten met ons vieren een half varken op en de andere helft ging de diepvries is. Geen groente alleen vlees en brood. En natuurlijk wijn. Zelfs Corrie vond het lekker.

Tot zover ons verblijf in Riaza.

Maandag 11 mei.

Het is avond, bijna 21.00 uur. Het was een warme dag, ruim 30 graden. We staan op de camping in Ayerbe onder hoge, bladrijke bomen die het zonlicht zeven en veel schaduw geven. Er waait een licht briesje, mussen tsjilpen en er zingen enkele zangvogels. ’s Middags geven ze lange concerten, nu, in de avond zingen ze meer ingetogen. Wat voor zangvogeltjes het zijn, weet ik niet, maar het is buitengewoon mooi. Alom klinkt het tjie, tjie en tweet, tweet en tjoe, tjoe met rollertjes en trillers en hoge tonen. Een merel zet ook zijn lied in. Op de olijfgaard naast de camping rijdt brommend een landbouwwerktuig huiswaarts. De avondzon tovert goud op de bladeren van de bomen. Het sneeuwt licht, de zoet geurende witte kegelvormige bloemen in de boom achter de caravan zijn uitgebloeid en laat haar bloesem los. Een mus scharrelt op een broodkruimel af en verdwijnt dan snel. Nu zakt de zon achter een heuvel, de bomen zijn weer in hun gewone groen en de wind is koel.

De komende twee dagen worden nog hogere temperaturen verwacht, reden voor ons om op deze groene camping te blijven. ’s Morgens doen we boodschappen in het dorp Ayerbe, drinken koffie op een terrasje, de rest van de dag luieren we op de camping en ’s avonds kwartetten we.

Afgelopen week hebben we een stevige (met een stijging van 320 meter) en prachtige wandeling gemaakt rondom de Los Mallos de Riglos, een groep hoge rode rotsen. Zie de foto’s. Onderweg naar dit gebied zagen we een rode wouw die een beestje van het wegdek oppikte en onze auto bijna ramde. We zagen hem dus echt van heel dichtbij.

Corrie en Albert

?

?

Sierra de Gredos en Riaza.

Dagboek.

Donderdag 23 april.

Het blijft koel in de Sierra de Gredos, de temperatuur overdag komt niet boven de 14 graden. Vandaag hebben we een flinke wandeling gemaakt in het schitterende gebied Plataforma. We zijn hier al drie keer eerder geweest. De laatste keer – in 2013 - was het mistig en zijn we snel terug gegaan, maar vandaag is het prachtig weer, blauwe lucht, zon en een koele wind. We wandelden tot Albert zijn longen op 2000 meter hoogte ‘stop’ zeiden. De naam Plataforma suggereert misschien dat het om een vlakte gaat, maar dat is het maar deels, er zitten flinke stijgingen in het pad. Omdat ik hier de kans had door sneeuw te baggeren ben ik nog een stuk verder gelopen, deze keer zonder te verdwalen (wat ik in 2011 voor elkaar had gekregen).

In de Sierra de Gredos zien we koeien in de wei. Het valt me op dat de kuddes veelkleurig zijn: rode, witte en zwarte koeien door elkaar. Ik kan me niet herinneren dat in Nederland gezien te hebben. De restaurants hier hebben als hoofdmoot rundvlees op het menu staan, waar dat elders in Spanje varkensvlees is. Rundvlees van goede kwaliteit tussen 500 en 900 gram per persoon maar dat is inclusief een heel groot bot. Wil je wat minder dan is er keus uit lamskoteletjes of iets met kip.

Maandag 27 april

Afgelopen zaterdag zijn we uit de Sierra de Gredos vertrokken naar een camping bij het dorp Riaza. Ook hier zijn we eerder geweest en we kennen de omgeving redelijk goed. De camping ligt op 1100 meter hoogte. Hier is een enkele loofboom groen of in bloesem, maar de meesten zijn, net als in De Gredos, nog winters kaal.

Vandaag hebben we de stad Segovia bezocht. Het heeft een mooi oud centrum met kronkelstraten en wat teveel souvenirwinkels, een kathedraal, veel kerkjes en een kasteel dat ik minder mooi en groot vond dan ik had verwacht na het ronkende verhaal hierover in de Trotter reisgids. Maar het Romaanse aquaduct is imponerend. Het is zo’n 2000 jaar oud, in prima staat en het meest wonderlijke is dat het gebouwd is zonder gebruik van enige specie, ook in de bogen is geen specie gebruikt. Zie onze foto’s. Volgens het plaatselijk geloof is dit aquaduct gebouwd door de duivel in ruil voor de ziel van een jong meisje. Die ruil ging uiteindelijk niet door omdat de duivel zijn werk niet voor zonsopgang kon afmaken. Ik kon er niet uitgekeken raken, Segovia is alleen al voor het aquaduct een bezoek waard.

Onze auto konden we kwijt in een parkeergarage. We houden geen van beiden van parkeergarages, ik vind ze luguber, maar buiten kon men maximaal twee uur parkeren en dat is voor sightseeing van Segovia veel te kort. Dus toch maar een parkeergarage in waar Albert vrij gemakkelijk een vrije plaats in kon draaien. Maar ja, je moet er ook weer uit. De parkeerplaats af was gemakkelijk omdat er geen auto naast of achter stond, maar direct voor de uitgang moest er een half rondje gereden worden om bij de betaalmachine uit te komen en dat rondje/bochtje was erg kort met aan beide kanten een hoog stoepje. Het was weer manoeuvreren geblazen en dat we zonder bandenpech er uit zijn gekomen is een wonder. Aan muur en stoepje was duidelijk te zien dat we niet de enigen waren die een probleem hadden met dit bochtje.

Donderdag 30 april.

Vandaag hebben we een rustdag om energie te verzamelen voor het weekend met onze Madrileense vrienden. Vanmorgen zijn we naar Riaza gelopen, een half uur heen en een half uur terug. Riaza is een oud stadje met in het centrum een mooi rond plein met winkeltjes en barretjes in een overdekte passage.

Gisteren hebben we een rondrit gemaakt. Eerst naar het stadje Ayllon. Dit is een van de mooiste Spaanse stadjes dat ik heb gezien. Het is een plaats met een pleintje met winkels-van-sinkels, een bar, een hotel en een kerkje. Het is oud en het is echt, er wordt gewoon in geleefd en gewerkt. Ik denk dat er weinig aan is veranderd door de eeuwen heen. De bogen van de passage om het plein worden ondersteund door boomstammen, het kerkje bevat houten constructies en de straatjes rondom zijn smal.

Na Ayllon toerden we door de bergen langs de ‘gekleurde dorpen’, dorpen die zijn opgetrokken in gele of rode steen of aangesmeerd in die kleuren. Op 1000 meter hoogte bloeide de sering en waren de meeste loofbomen in groen getooid, maar op 1100 meter hoogte waren de meeste loofbomen nog kaal.

Vogels: Op de camping in de Sierra de Gredos zag ik boomklevers en een boomkruiper. Op de camping hier in Riaza dartelt een clubje huismussen rond en een stelletje ringmussen. Soms zitten ze bij elkaar in de buurt, ze verdragen elkaar maar houden afstand.

De eerste avond op deze camping zag ik een vos rondstruinen. Nu hopen we elke avond het beest weer te zien, maar waarschijnlijk heeft het een andere wandelroute gekozen.

Corrie en Albert.

Van Oost naar West.

Op woensdag 15 april vertrokken we van camping ChellaNatura na daar 5 weken gekampeerd te hebben. We reden zo’n 180 kilometer naar camping Kikopark in Villargordo de Cabriel. In deze buurt zijn nog oude telegraaftorens te vinden. Deze torens werden gebruikt vóór het ons bekende (en al niet meer in gebruik zijnde) telegraafverkeer werd ingevoerd. In de Schijfwereldboeken van mijn favoriete schrijver Terry Pratchett worden deze torens ‘uitgevonden’ en intensief gebruikt. Hoe verzint hij het, dacht ik toen ik zijn boek voor het eerst las, maar ze zijn werkelijk gebruikt, torens om berichten in code te verzenden.

Bijzondere wandeling (door Albert beschreven).

Van de campingeigenaar kregen wij een landkaart met een rondwandeling vanaf de camping. Eerst rechtsom naar boven naar het dorp en dan linksom terug. Beslist niet andersom, werd ons verteld. Dus zo deden wij het. Een goed en duidelijk pad met geel/witte strepen aangegeven. Slingerend en stevig stijgend door prachtige olijfgaarden en overweldigend mooie uitzichten. Wij kwamen moe aan in het dorp waar we een leuk weekmarktje aantroffen waar een man slakken verkocht, een berg slakken die allemaal uit hun huisje waren gekomen (zie foto). We vonden er ook een gezellig cafeetje waar we koffie bestelden en onze klaargemaakte broodjes wegsnoepten. Nu nog dat andere pad dalend naar de camping, wat kan er nog misgaan dachten we. Dankzij onze GPS vonden we snel het pad naar beneden. Onvoorstelbaar mooi die kleurrijke aarde. Groen van het koper, roestbruin van het ijzer, vele kleuren rood en hier en daar glinstertjes van mica. Wel was de afdaling akelig steil, maar voorzichtig dalend kwamen we een heel eind. Toen zagen we geen geel/witte tekens meer, we waren van het goede padje af. Maar Corrie zag een fraai zwart-wit vogeltje, ze volgde het met haar ogen en kijk, het vogeltje streek neer op een door ons gezochte route-wegwijspaal. Weer blij bleven we dalen tot we op de bodem van het brede ravijn bij een modderig stroompje kwamen. Onze GPS liet op het kaartje zien dat er een groot meer tussen ons en de camping was. We hadden het modderige riviertje al een aantal malen overgestoken omdat het bergmassief ons daartoe dwong. We herinnerden ons het bord halverwege de afdaling dat de route wegens water onbegaanbaar kon zijn. Maar wie gelooft zoiets nu. Het modderige stroompje werd een riviertje omzoomd met riet en tenslotte een niet doorwaadbare rivier. De GPS volgen naar de camping via het dal bleek onmogelijk, een rivier doorwaden dat lukt nog wel maar ruim een kilometer zwemmen zagen we niet zitten. Terug gaan zagen we ook niet meer zitten. Daar staan we dan in een diep dal en ons doel verspert door een rivier die in een meer uitkomt. Via onze GPS-kaart zagen we links op een paar kilometer afstand een autoweg lopen, als we die zouden kunnen bereiken dan waren we gered. Echter de kaart geeft geen hoogtelijnen, dus wat is er achter die top? Dus helemaal de steile helling op en door het stugge struikgewas naar boven geklauterd, gevaarlijk maar noodzakelijk. Wat we vreesden bleek uit te komen. Bekaf op de top bleek er een nieuw dal en berg te zijn ook al onvoorstelbaar steil. Kunnen we dit wel aan en wat is daar achter. Gezien onze energie was nu doorgaan de enige optie. De diepte in en weer naar boven niet op energie maar onze adrenaline. Boven aangekomen zag ik een gruwelijk ravijn wat zelfs met touwen niet mogelijk was. Corrie, die een tiental meters links van mij uit zicht was, riep dat ze een elektriciteitsmast zag en een niet te steile mogelijkheid daar te komen. Dat lukte. We raakten elkaar even kwijt en ik hoorde Corrie roepend vragen waar ik was (met enige paniek). Daarna riep ze teleurgesteld dat er een hoog hek was, maar toen ze verder liep zag ze de vangrail en de autoweg. We waren vlak bij de camping.

Weer verder.

Zaterdag 18 april reisden we 450 kilometer naar onze favoriete camping in het berggebied De Gredos op 1500 meter hoogte. De eerste nacht vroor het, daarna werd het ’s nachts niet lager dan 4 graden. Overdag is het tussen 12 en 15 graden, maar in de zon is het Spaans warm. Het is bijzonder rustig op de camping, er komt zo nu en dan een andere toerist staan maar die vertrekt de andere dag weer. We hadden gehoopt Jorge weer te zien, lezers die al langer meereizen kunnen zich misschien nog wel Albert’s ambulancetochtje naar en zijn vlucht uit het ziekenhuis in Avila in 2013 herinneren, waarbij Jorge ons hulp bood door ons in Avila te komen ophalen. Maar Jorge heeft de camping verkocht. De nieuwe eigenaar heeft de camping al op een aantal punten verbeterd, er is o.a. een nieuw sanitairblok gebouwd.

De Gredos is een schitterend berggebied, nog mooier dan ik me herinnerde.

Op dinsdag hebben we het stadje Avila bezocht. Een aardig stadje met een dikke, goed onderhouden stadsmuur uit de 11e eeuw. Op de terugweg zochten we een geocache bij een kerkje in een dorpje. Om het dorp weer uit te komen gidste onze Garmin ons door nauwe straatjes, zo nauw dat de auto een bocht niet kon nemen en klem zat op de hoek van een huis. Een venijnige scherpe hoek, want met het achteruit rijden kraste het een deuk in de rechterachterdeur. Daar zat al een kras die ik ooit veroorzaakt had, dus het is inmiddels een kunstwerkje geworden. Met wat aanwijzingen van mij en kunst- en stuurwerk van Albert kwam de auto uiteindelijk weer recht op het straatje en konden we achteruit het dorp uitrijden.

Camping Gredos ligt in een bos en we genieten van vogelzang, stilte en de wind door de bomen. We hebben de zwarte mees gezien, een specht, een overvliegende ooievaar, rode wouw en arend, en een aantal zwarte roodstaartjes met een inktzwarte borst (normaal is dat grijs) en een beestje dat ik in mijn vogelboek niet kan vinden, maatje mus, beetje bruinig, witte ring om de nek en een kuifje. Verder vliegen er een aantal heel bekende vogeltjes dus die vermeld ik maar niet.

A.s. vrijdag vertrekken we naar een camping bij het dorp Riaza. Daar zullen wij in het lange weekend van 1, 2 en 3 mei onze Madrileense vrienden Mari-Carmen en Angel ontmoeten.

Hartelijke groet,

Albert en Corrie.

Feest, knallen en regen.

Het regent al drie dagen. De camping is modderig geworden en de modder is dik en klontert aan de schoenen. Maar hier en daar zijn stukken gras en springend van pol naar pol vermijden we de stugge modder en zo komen we op het grindpadnaar het sanitairgebouw zonder vuile schoenen te krijgen. Volgens de weersverwachting (eltiempo.es) blijft het nog een dag of vier regenen, wel zal er minder per dag vallen. We hebben er over gedacht om naar het zuiden te gaan. Daar is het wel wat droger, maar de temperatuur is hetzelfde en we hebben besloten om te blijven waar we zijn: camping ChellaNatura in Chella (zo’n 50 kilometer zuidwest van Valencia).

Het slot van de caravandeur doet het weer prima. Albert heeft het gedemonteerd, geolied en weer teruggeplaatst en na een paar dagen functioneerde het weer goed. En dat doet het nog steeds.

Tijdens het geocachen ontmoetten we een Spaans stel. Zij nodigden ons uit naar hun woonplaats Alzira te komen om een biertje te drinken en de Fallas (beelden) te zien die tijdens het Fallas-feest worden opgericht. We hadden een fantastische dag. We zagen en hoorden de mascleta, een vuurwerk van knallen, hele harde knallen die dwars door me heen denderden. Albert stond te trillen en stopte zijn vingers in zijn oren, maar omstanders zeiden hem dat niet te doen maar de mond iets open te laten. Zijn oor is nu nog gevoelig. Het hoogtepunt van de dag was onze ontmoeting met het Spaanse stel, vriendelijke en interessante mensen van 55 jaar. Ze spreken redelijk Engels en we hebben heel wat gebabbeld. En gezamenlijk goed geluncht, wat voor de Spanjaarden de hoofdmaaltijd is. We hebben afgesproken een dagje gezamenlijk in de buurt van onze camping geocaches te gaan zoeken.

Albert studeert nu volop Spaans. Vanwege de regen zitten we veel binnen en Albert gebruikt dit om Spaans te leren via de internetcursus MiVoca. Hij heeft al 1300 woorden geleerd.

Nog vier dagen, dan komt de zon weer.

Geniet van de lente,

Corrie en Albert

Amandelbloesem, Ebro, stieren. Kortom: Spanje.

Parijs
Perigueux
Pamplona
geen zee gezien
wel regen
verkeersstromen
de Ebro buiten haar oevers
maar daar malen we niet om:
We zijn in Spanje!

Pamplona is een mooie stad, vooral bekend van het San Fermin feest, het feest waar de stieren door de straten denderen en mannen er voor rennen voor de kick. Dat was duidelijk te zien aan de souvenirwinkels en aan het prachtige beeld wat van deze happening gemaakt is (zie foto).
Van Pamplona reden we naar Caspe, naar Camping Lake Caspe aan het stuwmeer bij de rivier de Ebro. Onderweg werden we aangehouden door de politie, Albert reed 16 kilometer te hard want met een auto met caravan mag men maar 80 rijden op de provinciewegen, óók op deze volkomen rechte, eenzame weg. Dat kostte ons 50,00 Euro. Ze waren wel vriendelijk, die politiemannen en Albert had een hoop lol (in Engels en Spaans) met degene die niet de bon uitschreef en die graag met Albert op de foto wilde.
Camping Lake Caspe ligt aan de Ebro in een kaal en dor bergachtig gebied. Toch verrast het landschap hier en daar met een geploegd of een groen veld en groepen naaldbomen. Hier en daar staan bloesemende amandelbomen en naast de camping ligt een grote fruitboomgaard.
De eerste nacht op deze camping werd ik midden in de nacht ruw wakker door een plotseling oorverdovend kabaal. Het leek alsof er een helikopter op de camping landde. Na goed luisteren bleek het geluid van buiten de camping te komen. Het was hard en onaangenaam. Albert sliep door maar ik stopte oordoppen in mijn oren.
Het geluid bleef aanhouden tot 10.00 uur in de ochtend. We deden gissingen wat het zou kunnen zijn maar kwamen er niet uit. Bij navraag bleek dat het geluid kwam van elektrisch aangedreven molens met een schoepenrad die verspreid over de boomgaard staan. Ze slaan aan als de temperatuur onder de 2 graden C. komt en dat is om de bomen ‘op temperatuur’ te houden. Naast elke molen staat een soort open haard met een grote schoorsteen waar warme lucht uit komt wat door de draaiende molens over de boomgaard wordt verspreid. De (appel)bomen staan er goed bij, ze bloesemen al.

In dit gebied hebben we wat rondgetoerd door het ruwe landschap rond de kronkelende Ebro, het oude plaatsje Alcaniz bezocht en tijdens deze tochten een aantal geocaches gevonden. En veel niet gevonden want we blijken niet zulke goede geocache-vinders te zijn, maar ook daar malen we niet om. Tijdens een wandeling in de buurt van de camping zagen we diverse slingers processierupsen het pad kruisen op weg naar …. tja, de naaldbomen waarschijnlijk.
Het gaat goed met Albert’s voeten. Na deze wandeling van 10 kilometer waren ze wel pijnlijk maar dat was in de avond al over. Dus de nieuwe zooltjes helpen goed!

We zijn er weer: sinds dinsdag 10 maart zijn we weer op onze vertrouwde camping ChellaNatura in Chella (Valencia). We werden hartelijk ontvangen door Loes en Dany en praatten bij, buiten zittend voor de caravan. Het is vandaag 25 graden C. met een licht briesje. En het is hier zo heerlijk rustig, we hebben gewoon geen zin om aktief te zijn. Dit is echt genieten.
Momenteel zijn we de enige kampeerders, heel anders dan op de vorige camping waar we omringd waren door Oostenrijkers met 8 meter lange campers.

Het slot van de caravandeur gaat moeizaam open en Albert is bang dat de sleutel een keer in het slot gaat afbreken. Om dan toch in de caravan te kunnen komen heeft Albert een inbrekerswerktuig gefabriceerd waardoor hij het WC-raampje van buiten af kan openen waarna ik mij naar binnen kan wurmen. Maar zover is het nog niet.
Bekijk vooral ook de foto’s.

Zonnige groeten,
Corrie en Albert.

We gaan er weer vandoor.

Lieve lezers,

A.s. zaterdag vertrekken we weer richting Spanje. We gaan een aantal campings bezoeken waar we eerder zijn geweest omdat de omgeving zo mooi is en omdat een aantal van die campings zo leuk zijn en de eigenaren sympathiek.

Groetjes

Corrie en Albert.